Zanglatjes
Op een college over gitaren zitten Harm Haandrikman, Daniel Lohues, Douwe Sterkenburg, Harrie Niehof, een paar voor mij onbekende gitaristen en ik zei de gek aandachtig te luisteren naar een akoestische gitaar professor met een vaag gezicht en een onuitsprekelijke naam.
Vaktermen als “ solid top ”, “ rosewood ” en “ triple OOO ” vliegen ons om de oren en niemand van ons durft de meester te onderbreken.
De anders zo ad rem reagerende muzikanten passen wel op.
Een prachtige gratis les over hun gereedschap laten zij niet aan hun neus voorbijgaan.
“Dus gentlemen, the sound of the instrument ligt aan de houtsoort die gebruikt is en aan het aantal jaarringen van de spruce top.
Zoals ik al eerder zei is spruce, dennenhout, de hardheid en de plaats waar deze boom heeft gestaan belangrijk voor de klankkleur van je instrument”.
Als een stoomwals gaat de vage man door de stof. Automatisch analyseert hij de gitaar van top tot teen.
Het prachtige woord mahogeny, mahonie, komt veelvuldig voor.
De vorm van de gitaar alleen al is goed voor een relaas van bijna een half uur.
De archtop wint het duidelijk van de cutaway, dreadnought van de jumbo en opeens zitten we in de braces.
De braces zijn de dunne houten latjes aan de binnenkant van de gitaar die verantwoordelijk zijn voor de klank.
Een klank kan kort of lang, warm of koud, rond en neuzig, eigenlijk kan een klank alles zijn.
De braces in mijn Martin gitaar vormen een soort kruis en geven daarom een warme heldere klank aan mijn D41.
Plotsklaps zegt de professor:” We noemen de braces ook wel zanglatjes”.
“Jezusmina”, denk ik, ‘Natuurlijk, zanglatjes”.
In gedachten verzonken zie ik overal zanglatjes.
Achter mijn huis hangen twee gitaren als vogelhuisje.
Stel je voor, met een paar weken zijn mevrouw en meneer winterkoning, koolmees of pimpelmees op zoek naar een nieuw huis, komen ze bij mijn gitaren gaan naar binnen en zeggen tegen elkaar:” We nemen ‘m “.
Zullen mijn vogeltjes dank zij de zanglatjes nu ook mooier zingen?
Let wel: Een winterkoning van een paar gram zingt verhoudingsgewijs zo hard dat bij ons vergeleken een zanger zoals nu bij de professor zit ongeveer honderddertig keer zo groot zou zijn.
Als dan de zang van de vogeltjes in mijn design vogelhuisjes ook nog versterkt zou worden door de zanglatjes dan heb ik een ernstig geluidsoverlastprobleem.
Ik denk dat ik maar wakker word….
Vaktermen als “ solid top ”, “ rosewood ” en “ triple OOO ” vliegen ons om de oren en niemand van ons durft de meester te onderbreken.
De anders zo ad rem reagerende muzikanten passen wel op.
Een prachtige gratis les over hun gereedschap laten zij niet aan hun neus voorbijgaan.
“Dus gentlemen, the sound of the instrument ligt aan de houtsoort die gebruikt is en aan het aantal jaarringen van de spruce top.
Zoals ik al eerder zei is spruce, dennenhout, de hardheid en de plaats waar deze boom heeft gestaan belangrijk voor de klankkleur van je instrument”.
Als een stoomwals gaat de vage man door de stof. Automatisch analyseert hij de gitaar van top tot teen.
Het prachtige woord mahogeny, mahonie, komt veelvuldig voor.
De vorm van de gitaar alleen al is goed voor een relaas van bijna een half uur.
De archtop wint het duidelijk van de cutaway, dreadnought van de jumbo en opeens zitten we in de braces.
De braces zijn de dunne houten latjes aan de binnenkant van de gitaar die verantwoordelijk zijn voor de klank.
Een klank kan kort of lang, warm of koud, rond en neuzig, eigenlijk kan een klank alles zijn.
De braces in mijn Martin gitaar vormen een soort kruis en geven daarom een warme heldere klank aan mijn D41.
Plotsklaps zegt de professor:” We noemen de braces ook wel zanglatjes”.
“Jezusmina”, denk ik, ‘Natuurlijk, zanglatjes”.
In gedachten verzonken zie ik overal zanglatjes.
Achter mijn huis hangen twee gitaren als vogelhuisje.
Stel je voor, met een paar weken zijn mevrouw en meneer winterkoning, koolmees of pimpelmees op zoek naar een nieuw huis, komen ze bij mijn gitaren gaan naar binnen en zeggen tegen elkaar:” We nemen ‘m “.
Zullen mijn vogeltjes dank zij de zanglatjes nu ook mooier zingen?
Let wel: Een winterkoning van een paar gram zingt verhoudingsgewijs zo hard dat bij ons vergeleken een zanger zoals nu bij de professor zit ongeveer honderddertig keer zo groot zou zijn.
Als dan de zang van de vogeltjes in mijn design vogelhuisjes ook nog versterkt zou worden door de zanglatjes dan heb ik een ernstig geluidsoverlastprobleem.
Ik denk dat ik maar wakker word….
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage