Alex Vissering

zaterdag, november 25, 2006

Gezelliegeit

Gezelligheid in huis is een eigenschap van ons Nederlanders die wij zeer hoog achten.
Van vloerkleed tot het plafond,er is over nagedacht.
Er gaat geen dag voorbij of er is wel een gezelligheidje thuis of tijdens bezoek aan derden wel een gezellig leermoment.
Het Duitse Geselligkeit en het Engelse cosy kunnen niet aan onze folklore tippen.
Vooral het ouderwetse tafelkleed, de spekkendikken en de brandende kaarsen doen het erg goed.
Het stiekem frutselen met brandende kaarsen, het gaatjes prikken in het kaarsenvet heb ik persoonlijk tot hobby verheven, overigens tot grote ergernis van mijn konijn uit duizenden.

Winkels vol met “feelgood” artikelen proberen ons leven te verrijken en de meeste mensen hebben dan ook Afrikaanse wereldwinkelkunst vermengd met Björn of Benny van Ikea of goedkope bulk van Action, het kan allemaal niet op als het maar gezellig is.
Een kennis van mij heeft plastieken worsten boven zijn Boretti oven hangen en bij veel mensen staan kunststof vogels in de vensterbanken.
In mijn nieuwe kitchen liggen polystyreen croissants in de broodmand.

Design is voor Jan en Alleman betaalbaar.
Kunst uit de hele wereld gemaakt in China moet!
De voedselbank gaat al over tot het uitdelen van prullaria om de mensen die wat lager op de financiële ladder staan te bewaren voor het psychologisch gezelligheidsachterstandsyndroom.
Al ben je nog zo’n arme sloeber die kaars zal verdomme branden.

Gel en plasticachtige substanties veroveren de brocante en curiosa markt.
De neo antieke kadoshops overladen ons met het ‘Wijzijngoedbezigenzezullenhetwetenook” gevoel.

Het absolute hoogtepunt overkwam me de afgelopen week in een Camping annex outdoor winkel te E..
De kerstshow….!
De trend? Zwarte ballen en piek.

Wanneer zal Gamma de vlammenwerper in de aanbieding hebben?

donderdag, november 16, 2006

Allergie

Toen ik op de lagere school zat had ik regelmatig voorhoofdneusholteontsteking.
Tijdens de gezellige lange winters was mijn voorhoofd jaren achter elkaar een verzamelpunt voor harde stukken lichaam, snot en andere gore vloeistoffen.
Mutsen en dassen werden bijna met geweld over mijn ogen en hoofd getrokken en vooral warmte was mijn redding.

Later werden mijn bronchiën opstandig.
Ik piepte als een oude koets en floot als een stoomlocomotief.
Astmatische bronchitis overviel mij.
Een familiekwaal waar de broers ook aan leden en verdomd lastig kan ik je zeggen.
Altijd benauwd en poesterig.
Dokter Onnes zei dat ik overal een beetje allergisch op reageerde en dat frisse lucht, wollen ondergoed en levertraan de beste remedie waren.

Tijdens mijn militaire dienstkeuring ben ik afgekeurd op astma en bronchitis.
Volgens mij wilden ze mij niet hebben omdat ik van top tot teen onder de eczeem zat.
De dienstdoende generaal heeft vanaf het eerste moment dat ik het gebouw der Nederlandsche strijdkrachten aan de Hereweg betrad, schurftalarm gegeven.
Niet zomaar schurftalarm, nee, groot schurftalarm.
Nog geen jaar later heb ik in t Academisch een allergie onderzoek ondergaan en was ik allergisch voor de meeste in onze lucht voorkomende stoffen, met in de top drie: Huisstoffen, verfstoffen en buitenstoffen.

Daarna kwam ik in mijn twenty’s en thirty’s en heb met veel pijpgerook, zware shag en teerzalf een en ander overwonnen, dacht ik althans.
Maar helaas….
De allergie is teruggekomen!
Vanaf maandag j.l. ben ik allergisch voor politici.
En m’n teerzalf is op.

vrijdag, november 10, 2006

Recensie

Vorige week zaterdagavond in het kerkje in de Beetse gespeeld.
Het was hartstikke vol en gezellig en er was een journalist aanwezig.
Roel Muskee heeft tot mijn grote verrassing een recensie geschreven waar de rattenvanger helemaal warm van werd.
De rollade overigens was echt ouderwets lekker!
Laatste nieuws! We gaan het theater in! Wordt vervolgd.



RECENSIE
De blues van Alex
Zaterdag 4november. Het is kil en koud in de Sellingerbeetse.
Rond 'Opwaarts', dat dringend aan een grondige opknapbeurt toe is,is het een drukte van belang. Aanleiding vormt een optreden van Alex Vissering die ten bate van het kerkje een concert geeft.Zonder al te veel reclame loopt deze bijzondere locatie moeiteloos vol. Het publiek is gemêleerd van samenstelling, hoewel vijftigplus wel de boventoon voert. Op de tafels, die in lange rijen staan opgesteld, staat een overvloed aan koffie met cake. Bij de entreeprijs van zes euro inbegrepen, dat wel!
Het is half acht, nog steeds rammelen mensen aan de deur. De grendel schuift open
en dicht totdat er echt niemand meer bij kan. De man aan de kassa wurmt het deksel op zijn Tupperware geldbakje
dat hij met de totale recette onbeheerd op een plank boven de kapstok achterlaat.
Hier zijn de mensen nog te vertrouwen. Achterop het podium, half verscholen achter een bloemetjesgordijn waarvan een paar haakjes loszitten, zit de man waarom het allemaal draait deze avond:AlexVissering.
Het is kwart voor acht, hij pakt zijn gitaar en begint met een loflied op het mooie Westerwolde.
Het is het begin van een onvergetelijke avond waarop ik geïmponeerd raak door de geweldigekennis en liefde van Visseringvoor het Groninger landschap, maar ook door zijn brede algemene ontwikkeling en zijn visie op alles wat er in de wereld gebeurt. Elk liedje dat hij zingt heeft zijn eigen verhaal en soms boodschap. Hij brengt ze in het Gronings, hoewel hij af en toe een zijstraatje bewandeld om zijn favorieten Johnny Cash, Willy Nelson, Bob Dylan en Cornelis Vreeswijk te eren.
Zelden heb ik me zo vermaakt. De kracht zit hem in de eenvoud. Het is pure blues wat Vissering brengt. Maar op een veel leukere manier dan bijvoorbeeld gevestigde namen als onze eigen Cuby of een singer Isongwriter als Tony Joe White. Zij doen elk optreden plichtmatig hun 'stukje'. Wat Vissering doet komt recht uit het hart. Ook de interactie met de zaal is uniek.
Vissering ontdekt een inwoner van zijn oude woonplaats Musselkanaal en vraagt de man of hij nog steeds op dezelfde plek bij de brug woont. Plotseling herkent hij iemand anders die na even nadenken zijn 'bloeder' van Refaja blijkt te zijn. Een prachtige conversatie volgt.
Aan het slot van de avond krijgt de troubadourniet alleen een ovatie, maar ook een rollade van de heer Rotgers, voorzitter van de stichting tot behoud van het kerkje in Sellingerbeetse.
Ook deze Rotgers ontpopte zich door zijn 'dorpsgekke' gedrag als een ware entertainer. Hij kreeg de lachers veelvuldig op zijn hand.
Chapeau voor de mensen die deze avond georganiseerd hebben, maar vooral voor Alex Vissering.


RoeI Muskee

maandag, november 06, 2006

Hella's logboek

Typisch Groningen


Rust, ruimte, wind en vooral leegheid: dat overvalt je vooral als je door het Gronings platteland heen dwaalt. Vergezichten waar ik zo van houd, zijn hier altijd binnen oogbereik. Uitwaaien op de dijk met uitzicht over het wad is helend, de net gerooide aardappelen en losgewoelde klei maken je bewust van het echte leven en het opsnuiven van boeren buitenluchten maakt bijna duizelig, zo heerlijk. Ik houd van dit soort landschap, nu eens kijken of ik net zo houd van de mensen die er wonen.


Dit fragment uit het gedicht van Willem de Merode is wel van toepassing op mijn wandelgasten deze aflevering:

Hun wezen is als van gewone bloemen,
Die sedert jaren in hun tuinen staan,
Waarover met en traag eentonig zoemen
In zware vaart de donkere hommels gaan.
Maar wie hun hart wint, ziet wat zij nooit noemen,
De gouden vloed van liefdes honing aan.

Alex Vissering is mijn eerste wandelgast in deze speciale aflevering. Liedjeszanger (in het Gronings natuurlijk), rattenvanger, natuurliefhebber maar vooral ‘beroepsgroninger’ zoals hij zichzelf ziet. Een stoere man in stoer buitenmensgroene kleding die niet aarzelt bij het ‘bevrijden’ van een dode rat. Wat een mooi beestje is dat eigenlijk, een rat. Jammer dat hij zo schadelijk is voor onze dijken en dus de mens besluit om in te grijpen. Alex kijkt een beetje nors, typisch Gronings? Een man van vrijheid zo blijkt al snel. Iemand die zich niet graag laat zeggen wat hij moet doen, die z’n eigen naad naait. Iemand die regels soms vindt om te overtreden, zoals een duik nemen in natuurwater. En die vindt dat anderen vooral weg moeten blijven uit ‘zijn’ Groningen: ‘laat de Randstadters maar in die drukke Randstad en laat ons met rust’, dendert het na in mijn hoofd.

Het is dat ik Alex een aardige man vind en wel geniet van zijn eigengereidheid. Maar in zekere zin klinkt wat hij allemaal roept ook wel een beetje chauvinistisch en vooral egoïstisch. Niet heel Nederland heeft de luxe van ruimte en natuur als Groningen en waarom zouden anderen daar niet van mogen genieten?

Gezamenlijke strijd voor de natuur
Wat Alex Vissering en mijn tweede wandelgast Geurt Busser gemeen hebben is hun gezamenlijke liefde voor de natuur en in het bijzonder het waddengebied. En hun gezamenlijke strijd voor het behoud ervan. Beiden zijn ze tegen gasboringen in de Waddenzee maar ze protesteren op een totaal verschillende manier. Alex kijkt op tegen het lef dat Geurt toont in zijn strijd. Alex doet het in liedjes.

(Fragment uit het lied 'Mien machtig wad')

Mijn machtige Wad, wat heb ik je gemist
Je zilver en je goud
‘k Krijg kippenvel, ‘k heb koude rillingen
Ik proef het zand en het zout
Mijn machtig Wad, wat heb ik je lief
‘k Wil je zo graag bevaren
Hier sta ik met m’n voeten weer in het slik
‘k word hier opnieuw geboren


Door het mooie van de natuur en het wad te bezingen hoopt Alex dat mensen voor behoud ervan blijven knokken. Geurt is al jaren bezig met allerlei procedures tegen de staat en maatschappijen die het wad bedreigen. Maar ook Geurt bekent dat hij gedeeltelijk ook strijdt in eigenbelang. Als waddenschilder wil hij natuurlijk dat ‘zijn’ wad ongerept blijft en dat hij er mag blijven komen om te schilderen. De strijd van Geurt en zijn indruk van zijn schilderijen staan in zijn boekje Duurzaam Groningen.

Geen horizon
De tocht met Geurt naar zijn geliefde wad wordt een hele bijzondere. We starten midden in de nacht met zijn garnalenbootje in een stille en verlaten haven. We moeten snel vertrekken want het water zakt snel en als we te laat zijn dan liggen we vast ergens in de vaargeul. Maar Geurt wil natuurlijk naar het open wad met zoals hij zegt ‘niets dat de oneindige horizon in de weg staat’. Geen bomen, geen huizen geen land maar alleen maar oneindigheid dat inspireert Geurt als waddenschilder. We laten ons in het zwart van de nacht droog vallen op het wad. Geurt klimt nog even in onderbroek overboord om te laten zien dat hij om 5 uur ’s nachts al bij de bodem kan. We doen een minidutje en worden bij het eerste ochtendlicht getrakteerd op een prachtige zonsopgang met mooi licht en geen regen. Dit had ik gisteren niet durven dromen toen ik met Alex nog door een nat Groningen stapte. Geurt springt als een blij kind het wad op met zijn schilderspullen en gaat aan het werk.

Ik kijk als een blij kind om me heen, zie de vertes en zie de vreemde aanblik van Geurts scheepje dat voor anker ligt in een oneindige moddervlakte. Geurt is een man verhalen en zet me aan het denken met een aantal uitspraken. Zoals: “De meeste mensen staan tegenover de wereld, zij beperken zich tot hun heel kleine kring van partner, kinderen, carrière en auto. Ik sta in de wereld, in de wereld”.
Fluweelachtige modder voel ik aan mijn blote voeten: het is even koud, maar went snel. We slenteren langs het water, Geurt vangt garnaaltje die hij van mij tegen zijn zin in, weer mag laten gaan…Wat ben ik weer een bofkont dat ik door dit programma op dit soort plekken mag vertoeven.

Hella

vrijdag, november 03, 2006

Paarden


Fury was vroeger mijn paard.
Ik zat als klein ventje ademloos naar de TV te kijken hoe mijn zwarte glimmende vriend en hengst het onrecht in de wereld bestreed.
Fury zijn avonturen? Daar droomde ik in bed van.

Bij Wind in Musselkanaal hadden ze een shetland pony, Selma of zo en als mijn broer en ik op de fiets richting de familie Wind gingen verheugde ik mij altijd op een ritje op de rug van Selma.
Mijn veenkoloniale Fury hobbelde op een ruig stuk weiland aan de Telefoonweg en mijn avonturen beperkten zich tot valpartijen en blauwe plekken.

Paarden waren mijn lust en mijn leven.
Nu nog, op mijn éénenvijftigste herken ik een Haflinger, een Fjordenpaard en een volbloed Arabier zal zich niet aan mijn aandacht onttrekken.
Piet en Kunna in Bronneger hadden een trekpaard waar ik op heb leren rijden, nou ja, ik zat in een soort spagaat op een paardenrug van een paar vierkante meter en we liepen o.l.v. Piet de boer naar huis om daar de trouwe viervoeter op stal te zetten en te verzorgen.

Daar heeft mijn leven pas zin gekregen.
Paardenboeken verslond ik. Cowboyfilms waren mijn hobby en zondagavond was Bonanza op de Duitse.
“Komm Du mal hier denn puliere ich dir die Fresse” zei Hoss tegen de ongeschoren slechterik. Hij trok zijn sixshooter en schoot de badguy zonder al teveel bloed naar de eeuwige jachtvelden.
En zijn paard zag dat het goed was.

Deze week stonden er met de harde wind in Noord Nederland 150 paarden in de kwelder bij t Wad.
Ingesloten door t hoge water stonden ze op hun redding te wachten.
Vandaag is het gelukt, gelukkig.
k Heb niks met paarden meer. Gebeten. Schoolreisje vroeger.
Ik vind paarden nog wel leuk. Op m’n bord.
Lekkere donkerbruine jus ook….