Alex Vissering

vrijdag, maart 23, 2007

Noordmannen

Dit is voorlopig het laatste stukje in het ABNederlands.
Per 1 april ga ik met Okkie Smit een nieuw radioprogramma op de zondagmorgen presenteren.
Van 8 tot 11 zijn wij Noordmannen op radio Noord en duiken we overal in Groningen op.
Het is een radioprogramma op locatie.
De natuur, streektaal, cultuurhistorie staan centraal en we nodigen iedere week een paar gasten uit.
Mijn stukkie op mijn weblog ga ik in het Grunnegers doen en ik lees het ook voor in het programma.
Dus vanaf april gaat Vissering plat op de radio en op de site en jullie mogen natuurlijk reageren!
Mijn weblog blijft dus bestaan en ik zal wekelijks een bijdrage schrijven.

In Noordmannen is veel muziek te horen en Okkie en ik zullen ook muziek draaien die bij ons nostalgische herinneringen oproept. We laten elke week een plaat horen die wat ons betreft een beetje aandacht verdient.

Maar onze gasten, daar draait het om alhoewel ik wel hoop dat we af en toe over een dikke pad, een kudde hooglanders of een torenvalkje zullen struikelen.
Lekker kloetjeklaaien en struuntjen op de zondagmorgen met twee kwajonges op leeftijd.
Elke hoofdgast doet met Noordmannen ‘de rugzak’.
We vragen de hoofgast enkele zaken mee te nemen die hij of zij in de rugzak zou stoppen indien hij of zij voor een tijdje zijn vertrouwde omgeving zou moeten verlaten.
Welke dierbare spullen neem je mee?
Met deze rubriek willen Okkie en ik onze gast uit de tent lokken.
Wordt het een confronterend of luchtig gesprek?

We gaan heel Groningen door.
Geen tange, wierde, molen of pingo zal vanaf 1 april veilig zijn voor de Noordmannen.
Dus elke zondagmorgen van 8 tot 11.
Enne vanoaf aander weke dizze schrieverij in t Grunnegers.
Zo, eem noar de winkel n goie wekker koopn….

vrijdag, maart 16, 2007

Bellen

Ze mogen me ten allen tijde bellen.
Of het nou midden in de nacht is of in de vakantie het maakt mij niet uit.
Ooit, in de begintijd van de mobiele telefoon ben ik gebeld terwijl ik op een ouderwetse poepdoos in de voormalige DDR een grote boodschap zat te versturen.
Een onvergetelijk moment was dat.
Mijn zoon of dochter belde mij op om vaders goede raad te vragen bij het bereiden van een warme maaltijd later op die dag.

Ik zat daar in een semi-communistische sfeer en een niet te achterhalen stank van vele maanden uitwerpselen en urine, met spinnen en vliegen omgeven een culinair meesterwerk te verzinnen en ook nog mijn zoon of dochter stiekem een volle lading dagelijkse vitaminen, mineralen en andere gezonde dingen voor te liegen.

In Mei 2002 werd ik door mijn zoon gebeld met de boodschap dat Pim Fortuyn neergeschoten was.
Om tien over zes was dat en we zaten in Milicz in Polen achter een half liter bier en een wodka.
Vijf minuten later belde hij terug dat Fortuyn dood was.
Het was dertig graden, onze Poolse vrienden snapten er niets van en het bier was erg lekker.

Tijdens het nuttigen van alcohol kan ik mij mateloos verwonderen over het fenomeen telefoon. Ongelofelijk eigenlijk.
Vind ik ook van de computer.
Dat het allemaal kan. Nu ook weer. En ik heb nog niks gehad.
Vorig jaar kreeg ik tijdens het zingen van een lied op één of ander partijtje telefoon.
Ik was muzikaal behang, dus het viel niemand op dat mijn borst trilde en mijn telefoon afging.
Het was Johan Vos die me vroeg of ik nog het veld in ging.
Tussen het zingen door heb ik hem op de wijze van “Schip veur de badde” toegezongen dat ik geen tijd had.

Bellen hoort bij mij.
Niet verder vertellen, maar ik bel zelfs wel eens stiekem in de auto.
Voor de auto’s achter mij lijkt het dan net of ik jeuk aan mijn oor heb maar ik zit gewoon hele gesprekken te voeren.
In allerlei voor de spiegel geoefende standen werk ik zo alle telefoontjes af.
k Zat eergisteren bij Groningen bijna op een dikke Volvo.
Gierende remmen, schrok me hartstikke dood. k Was verdomme aan t bellen.
Kortom, ik kan, ken niet zonder de telefoon.
Mijn Neukio is mijn alles.

Als ik om zes uur aan mijn warme maal zit en de telefoon gaat…..
Daaaarrrr kan ik dus niet tegen!

zaterdag, maart 10, 2007

Mensen

Soms lijken mensen op dingen.
Ik mag ter plekke in een bult zakken, vanmiddag zag ik een anorexieachtig vrouwmens op een batavus fiets die mij sterk deed denken aan de Eiffeltoren in Parijs.
Rare puntmuts op haar hoofd, metaalkleurige jas aan en haar benen leken op de staanders van deze bekende toren.
Raar hè?
Een peervormige aangelegenheid was dit.

k Zag laatst een baby met een ontzettende pruilkop die op een Mastiff hond geleek.
Het kind jankte, kwijlde alles eronder en had waarschijnlijk een ziekte onder de leden of het had verschrikkelijke honger en was moe.
Een baby met een hondenkop is geen zeldzaamheid hoor.
Eergisteren in de Jumbo liep een kind met een kop als een Doberman Pincher.

Deze afgelopen week kwam ik ergens op Westerwolde een man tegen met een lang gezicht, nee, niet kwaadkijkend maar een echt lang gezicht met van die dikke pukkels erop.
Als je je ogen samenkneep leek hij op een grote telefoon, een ijskast zouden mijn kinderen zeggen.
De pukkels waren de tiptoetsen, allen de oren zaten wat in de weg.

Tot mijn grote schrik is een spiegel ook niet alles.
In het verleden ben ik in diverse staten van ontknoping en ontbinding deze verraderlijke accessoire gepasseerd in de volgende hoedanigheden: Opgevouwen krant, ingetrapte emmer, overgeef teiltje en lekke visboot.
Het blijft moeilijk om het van jezelf te zeggen.
Het leven of beter gezegd de leeftijd begint zijn tol te eisen.
Als je van mensen kijken houdt ga je er ook op letten.
Niet om de ander af te zeiken maar gewoon de plussen en de minnen met elkaar te vergelijken is mooi.
Mensen zijn mooi.
Mensen zijn geweldig.
k Kwam net een prachtig opvallende veelkleurige met veel juwelen behangen extraverte grof vrouwmens tegen.
Ze leek op de autoscooters.
Mooi man.

vrijdag, maart 02, 2007

IJsvogeltjes

Langs het Ruiten A kanaal zijn ze bezig de verzakkingen ontstaan door de jaren heen met klei te repareren.
Ik geloof dat het om een test gaat.
Ter hoogte van Wollinghuizen en tussen het Bourtangersluis en de Weite zijn ze van het Waterschap met twee kranen aan het werk.
Ze hebben vanmiddag het ijsvogelhol dichtgesmeerd met vette klei.
Er zit daar sinds een jaar een paartje ijsvogeltjes te broeden en ik heb zelfs het aangenaam genoegen gehad om er vier bij elkaar te zien.
Vier oranjeblauwe kroonjewailtjes langs het kanaal.

Wat moet ik nou doen?
Moet ik gewapend met een bij de dump gekochte overlevingsschepje proberen het holletje te vinden?
Moet ik 112 bellen en Hunze en A’s beschuldigen van huisvredebreuk en poging tot moord?
Of moet ik er een schrijvereitje aan wijden, om die vervolgens op m’n weblog te zetten, hopende de mensheid te verleiden tot het geven van een reactie in het voordeel van onze gevleugelde vrienden en ten nadele van die mannen van het Waterschap, zegge: De kraanmachinisten.
Ik weet het niet.
O, die twijfel.

Als ik het alarmnummer van Hart van Nederland dit drama aan de hand doe staat heel Westerwolde en de provincie Groningen op de kop.
Allerlei vage deskundigen komen aan het woord en ornithologen, politici, klei en zand ingenieurs en hoge pieten gaan elkaar de vliegen afvangen.
Wat ik nog erger vind is dat wij weer eens positief bij onze SBS aanschouwende landgenoten in beeld komen.
We zijn Roef en Marian nog niet te boven.

Ik besef nu ineens dat vader en moeder ijsvogel niet in hun o zo vertrouwde hol zitten maar ergens op een uitstekend takje boven het water rillend naar een kleitalud zitten te kijken.

Sorry, dit was de weblog van deze week, ik ga nu met overlevingsschep, grondboor en zaklantaarn naar de Weite, bij de hoerentent Cherida rechts af, bij het touwtje aan de boom stoppen.
O ja.
Er is geen chemie tussen klei en zand.
Nooit geweest ook.